In een zaak die speelde bij de rechtbank Gelderland (vonnis van 6 maart 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1299) had een vrouw bij de notaris een concept-testament laten maken. Dat concept-testament was dus nog niet door de vrouw ondertekend. Op een bepaald moment is de notaris op verzoek van de in dat concept-testament genoemd erfgenaam met spoed naar de woning van deze vrouw gegaan. Toen de notaris aankwam bij de woning was de vrouw echter al overleden. De in het concept-testament benoemde erfgenaam vorderde dat zij als enig erfgenaam zou worden beschouwd met als onderbouwing dat op grond van bijzondere omstandigheden moet worden afgeweken van het wettelijk vormvoorschrift. Erflaatster en de eisende partij] hadden een langdurige affectieve relatie gehad. Het was de bedoeling van erflaatster dat de eisende partij verzorgd zou achterblijven. Dat blijkt duidelijk uit het concept-testament, het feit dat zij in ondertrouw zijn gegaan en dat de eisende partij erflaatster heeft verzorgd tijdens haar ziekte. De enige reden dat het concept-testament niet is gepasseerd, is omdat erflaatster en de eisende partij dachten dat ze meer tijd zouden hebben. Erflaatster is echter plotseling overleden. Daarnaast zijn geen andere erfgenamen bekend. De eisende partij vindt dat de wens van erflaatster gerespecteerd moet worden, al is deze niet formeel door een notaris bekrachtigd. De laatste wil van erflaatster is conform het concept testament, aldus de eisende partij. De gedaagde partij betwist dat het concept-testament moet worden aangemerkt als een geldig testament. Er is geen sprake van een notariële akte die door erflaatster is ondertekend, zoals artikel 4:109 BW voorschrijft voor het opmaken van de uiterste wil. De notaris heeft het concept-testament niet met erflaatster besproken. Er kan dus niet vastgesteld worden dat het concept-testament daadwerkelijk de laatste wil van erflaatster omvat. Op de mondelinge behandeling was de notaris aanwezig. Hij heeft verklaard dat erflaatster begin 2021 contact heeft opgenomen met het notariskantoor voor het opstellen van een testament. Op 4 mei 2021 hebben erflaatster en de notaris langdurig telefonisch contact gehad om de wensen van erflaatster te bespreken. Aan de hand daarvan heeft de notaris een concept-testament opgesteld. Dit concept heeft hij per brief van 12 mei 2024 aan erflaatster gestuurd. Erflaatster en de notaris hebben vervolgens op 28 mei 2021 een afspraak gemaakt om het concept-testament te bespreken. Daarbij was het de bedoeling om, als het concept akkoord was, dit concept-testament tijdens die afspraak te ondertekenen. De afspraak op 28 mei 2021 was bij erflaatster thuis. Daarbij was ook de eisende partij aanwezig. Het concept-testament is die dag niet ondertekend. De notaris heeft hierover gezegd dat het concept nog niet tekenklaar was voor erflaatster. Vervolgens heeft de notaris meerdere keren contact gezocht met erflaatster om de afronding van het testament te regelen, zonder succes. Op de dag van overlijden werd de notaris gebeld door de eisende partij om het concept-testament van erflaatster te ondertekenen. Erflaatster is vlak voordat de notaris bij haar thuis arriveerde overleden. Desgevraagd heeft de notaris aangegeven dat hij niet de overtuiging had dat het concept-testament overeenkwam met de laatste wil van erflaatster.
De rechtbank wijst die vordering af, oftewel de in het concept-testament benoemde erfgenaam was niet de erfgenaam van de overleden vrouw. Volgens de rechtbank heeft het toetsingsmoment niet plaatsgevonden. Weliswaar vormen de door de eisende partij aangevoerde omstandigheden een indicatie dat erflaatster op het moment van het opstellen van het concept-testament de wil had om de eisende partij tot haar enig erfgenaam te benoemen. Daarmee is echter nog niet gegeven dat ook op het moment van het passeren van de akte de wil van erflaatster nog steeds zou luiden zoals vastgelegd in het concept-testament. Het toetsingsmoment daarvoor met toepassing van de in de wet geregelde waarborgen is nu juist het verlijden van de notariële akte. Op dat moment zou de notaris alleen met erflaatster zijn geweest, in tegenstelling tot de eerdere bespreking van de notaris met erflaatster waarbij ook de eisende partij aanwezig was. De rechtbank kan niet vaststellen dat erflaatster het concept-testament in dezelfde vorm had ondertekend indien zij meer tijd had gehad. Verder is van belang dat geruime tijd verstreken is tussen het opstellen van het concept-testament op 12 mei 2021 en het overlijden van erflaatster op 21 juli 2021. Daarnaast is het concept-testament na de bespreking daarvan met erflaatster op 28 mei 2021 niet ondertekend, terwijl dit volgens de notaris wel de bedoeling was, indien deze versie akkoord was voor erflaatster. Ten slotte heeft de notaris niet de overtuiging dat het concept-testament overeenkwam met de laatste wil van erflaatster. Dit alles brengt met zich dat de rechtbank niet tot het oordeel komt dat hetgeen is vastgelegd in het concept-testament overeenstemt met de uiterste wil van erflaatster op het moment van dier overlijden.
Een concept-testament is niet geldig gelet op de eisen die de wet stelt aan een wettig opgemaakt notarieel testament. Soms kan een concept-testament wel als geldig testament worden beschouwd. Dat is het geval als er volstrekte zekerheid is dat hetgeen is vastgelegd in het concept-testament overeenstemt met de uiterste wil van de overledene op het moment van overlijden (arrest gerechtshof Den Haag 6 juli 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2800 en vonnis van rechtbank Den Haag van 30 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:13021).